En boven de polder de nacht

Door: Miriam Donkers
Wanneer: 2 november t/m 21 december 2013

En boven de polder de nacht is de titel van de tentoonstelling die we vandaag openen. Laat ik u meenemen in de geschiedenis.

De titel is afgeleid van de titel 'En boven de polder de hemel', een proefschrift geschreven door Jojada Verrips, destijds cultureel antropoloog aan de Universiteit van Amsterdam.

De studie, tot stand gekomen toen Ottoland nog een eigen burgemeester had, beschrijft de sociaal-economische, staatkundige, en theologische ontwikkelingen in Ottoland in drie etappes tussen 1850 en 1971.

Jojada Verrips ontleende de titel, met haar toestemming, en met toevoeging van slechts het woordje 'en' aan de roman van Jo Ypma: boven de polder de hemel (1938).

Jo Ypma, (1908) als kind een jongensachtig meisje, was opgegroeid op een boerderij. Ze had een Friese grootvader. Ze zat graag onder koeien of op een paard. Haar vader werd in het begin van de 20e eeuw hoofd van een kleine christelijke school in Haastrecht. Hij gaf haar een vooruitstrevende opvoeding. Hij leerde haar niet bang te zijn voor burenroddel en nam haar mee naar de cineac in Rotterdam voor het wereldnieuws. Zij was er ook bij toen haar vader in Schoonhoven met Troelstra debatteerde. Troelstra zei dat dominees de mensen blij maakten met een wissel op de eeuwigheid. Ypma ging staan en riep: 'U hebt gelijk, dat doen ze ook, en die wissel wordt altijd gehonoreerd.'

Haar grootmoeder van moederszijde woonde bij hen in. Zij was een Franstalige vrouw uit de buurt van Luik, die in de ban was gekomen van de mystiek in de Zuid-Hollandse polders. Jo vertelde later dat ze van 'opoes' maar twee woorden had geleerd: 'fatsoendelijk' en 'ordentelijk'. 'En daarom,' voegde ze eraan toe, 'heb ik daar zo'n hekel aan gekregen.' Haar grootmoeder hield thuis 'gezelschap'. De kleine Jo zat daar op een stoof bij en putte daaruit de stof waarmee ze later in haar romans de zware godsdienst neerzette tegenover het vrolijk-orthodoxe geloof dat haar vader en zijzelf beleden.

Haar eerste roman heette 'Boven de polder de hemel' (1938). Het boek speelt omstreeks 1920 en is een boerenroman. Zij schreef geen zoet verhaal, maar ze volgde de gang van een mensenleven, doortrokken met de dramatiek van godsdienst en liefde.

Jojada onderzocht de invloed van de kerk op de politiek; de scheiding tussen gereformeerden en hervormden en de bepalende rol van economische factoren hierin. Jojada beschrijft de wijze waarop dorpelingen oude bindingen trachten te bestendigen en nieuwe aangaan. De mogelijkheid en onmogelijkheid daartoe is verweven met hetgeen in het verleden door andere mensen tot stand is gebracht. Jojada ziet een dynamische relatie tussen het deel en het geheel, micro- en macroniveau. Een actueel gegeven. Vertalen we de studie van Verrips naar het nu.

Dorpen en woonkernen.. Delen worden een geheel, nog grotere nieuwe gehelen, staatkundige gehelen, ontstaan.

Hierin willen bewoners mee, maar ze willen ook hun eigen samenhang behouden. Mensen voelen zich in woonkernen verbonden, ze voelen zich deel van dit kleine geheel. Dat was in de tijd van Verrips, en dat geldt nu nog steeds.

De wijdere samenleving, de gemeente Molenwaard is een verzamelterm, die we gebruiken om een deel van de sociaal-economische werkelijkheid aan te duiden. Het lijkt van een andere orde dan de woongemeenschappen. De krachten zijn anoniemer.

Termen als micro- en macro, worden gebruikt om aan te geven dat door de gekozen invalshoeken dingen nog wel en niet meer kunnen worden overzien. Miriam donkers laat ons hierover nadenken.

Door onze specifieke focus, kunnen we binnen de wijdere samenleving lokale gemeenschappen onder het licht brengen. Zoals zij zelf zegt: Dingen die mij intrigeren wil ik onderzoeken en opnieuw waarde geven door ze te fotograferen. Het is mijn onderzoek naar onze georganiseerde samenleving, het menselijk perspectief en de zintuiglijke waarneming.'

En boven de polder de nacht is een observatie van visuele perceptie en artificieel licht in het poldergebied van de Molenwaard. Hier zijn de grenzen tussen licht en donker in de nacht nog zeer duidelijk. Hier wordt kunstmatig licht beperkt. Wat gebeurt er als je de totale lichtopbrengst van een woongemeenschap optelt en je met deze hoeveelheid licht de focus legt op een ogenschijnlijk onopvallend groot of onooglijk object in het donkere buitengebied?

Miriam heeft cijfers opgevraagd van de totale hoeveelheid lichtopbrengst van verschillende woonkernen in de gemeente Molenwaard. Deze gegevens (als voorbeeld het dorp Langerak heeft een lumen uitstoot van totaal 548.950 lumen; dat zijn zo'n 4500 gloeilampen van 100 Watt) heeft zij vertaald in de uitstoot van een mobiele lichtmast. De complete bundel van licht van het dorp of de stad projecteerde ze op donkere plekken behorend bij de woonkernen. Het resultaat: Foto's, prints, van objecten die verblinden licht uitstralen. Niet meer boven de polder de nacht, maar de hemel, lijkt het wel. Enorme lichtkracht, gereflecteerd door wit papier, of kunststof, dat een oogverblindend effect heeft. Beeld dat ons doet denken aan het deel van het geheel. Beeld waarin het geheel wordt gefocussed op het deel. Alle aandacht voor het deel. Een mooie wisselwerking tussen micro- en macro. De krachten lijken anoniem, maar hebben een gezicht gekregen.

Dank ook voor de aandacht aan dit project vanuit de gemeente Molenwaard. De medewerking in dataoverdracht en de individuele aandacht gegeven door afgevaardigden van de gemeente. Piet Vat, Kees Boenders, fijn dat jullie gekomen zijn. Het deel en het geheel.

1 lumen is de lichtstroom van de puntbron van 1 candela over 1 sterradiaal. 1 candela is de lichtsterkte van een kaars van 75,6gr spermaceti (walschot van een potvis) en een brandduur van 10 uur. Om een idee te krijgen: een gloeilamp van 100W produceert 1200 lumen, ofwel 120 candela.

Ik zie nog een uitdaging. Kaarsjesavond. Miriams werk zal dan ook nog te zien zijn. Misschien een uitdaging om deze avond, die tot stand komt vanuit en ten goede van een grote saamhorigheid van inwoners van Nieuwpoort de puntbronnen te tellen? Daar een nieuw project van maken? Miriam, gefeliciteerd met deze overtuigende presentatie.

Het vervolg: Om al deze gegevens een welverdiende plaats te geven werkt Miriam samen met Fernando van der Vlist, hij is onderzoeksgericht informatieontwerper. Samen ontwikkelen zij momenteel een boek waarin hun visie over het artificiële licht in de Molenwaard en al de bestaande gegevens samen zullen komen.

« terug